[7] Op bezoek bij......

Wie?
Henriette Posthuma de Boer

Waar?
Grensstraat

Sinds wanneer?
Sinds 1961

Henriette Posthuma de Boer

Direct bij binnenkomst voel je het verleden van dit voorname huis. Je bent dan al in de stemming geraakt door de entree via het smeedijzeren hek en de royale voortuin. Ook al zie je dat de inrichting 21steeeuws is, de hoge kamers, het marmer en glas in lood, de paneeldeuren en vooral de overdadig gedecoreerde plafonds roepen reminiscenties op aan het begin van de vorige eeuw. De vleugel in de voorkamer, hier en daar een pedestal met bloeiende kamerplant en de vele boeketten bloemen en struisveren versterken dit effect.

Dit gevoel blijkt te kloppen; Henriette vertelt dat de eerste bewoonster van het huis, gebouwd in 1901, Henriëtte Le Comte was, een maintenee van prins Hendrik. De prins bezocht haar in haar weelderige huis in de pas gebouwde Grensstraat, voorgereden in een open Landauerkoets.

Huiskamer Henriette

Aan tafel in de serre, met thee en koekjes treffen we een energieke, openhartige vrouw. Henriette vertelt met veel humor smakelijke verhalen over haar leven, dat ze vanaf haar 10e jaar in Amsterdam doorbracht.Na het gymnasium ging ze naar de toneelschool, waar ze zich maar matig thuis voelde.

Wel merkte de zanglerares regelmatig op: ‘Meid, je heb goud in je keel’, wat haar op het idee bracht liedjes, en vooral Franse chansons te gaan zingen. In kroegen en cafés, later een tijdje in Parijs, waar ze haar latere echtgenoot fotograaf Eddy Posthuma de Boer ontmoette.

Terug in Nederland trok ze bij Eddy in en zong ze haar chansons in Place Pigalle, het Franse café van de destijds vermaarde Ab Kok. Het nachtwerk deed haar stem geen goed en ze besloot privé-zangles te nemen bij Jan Keizer, hoofdleraar zang aan het Amsterdams conservatorium. Die raadde haar af nog langer in het café te zingen. Om toch de zangstudie te kunnen betalen stelde Eddy, die voor de Volkskrant werkte, haar voor om voor die krant te gaan schrijven. ‘Dat kun je vast wel’, zei hij. Ze zaten in het circuit van sociëteit De Kring en het Leidseplein, in de jaren ’50/’60 het centrum van de Amsterdamse bohème. Daarover mocht ze voor de Volkskrant stukjes schrijven, interviews met mensen die net naam begonnen te maken: Karel Appel en Ed van der Elsken, die hun eerste tentoonstelling kregen, Cora Canne Meijer, die haar eerste Carmen zong.
Inmiddels was Henriette toegelaten op het conservatorium en voor het nodige brood op de plank stapte ze over naar de Haagse Post, onder leiding van Sylvia Brandts Buys, de vrouw van G.B.J. Hiltermann. De redactie was toen een broedplaats voor wonderlijke vogels als Armando, Simon Vinkenoog, Jan Vrijman en Joop van Tijn. Henriettes aanwezigheid diende voor hoofdredactrice Sylvia vooral om haar grenzeloze nieuwsgierigheid te bevredigen. Een opdracht van haar aan Henriette luidde dan: ’Wil jij een stukje schrijven over die ministersvrouw en haar dan meteen vragen waar ze haar kousen koopt en welk parfum ze gebruikt?’

Henriette stopte met schrijven toen ze als soliste bij Forum, de huidige Reisopera, werd aangenomen en onder meer grote rollen in opera’s van Mozart, Verdi en Wagner zong. Na drie jaar hield ze het voor gezien; de operawereld, met de onderlinge jaloezie en intriges, bleek minder mooi dan ze had gehoopt. Bovendien viel het vele reizen in haar trage, oranje Eend haar zwaar.
In 1968 kreeg ze dochter Tessa, en verliet de opera in Enschede. Concerten, recitals en tv-optredens volgden, evenals de geboorte van dochter Eva.
Een zangersleven met twee kinderen en een man die veel op reis was, bleek op den duur ondoenlijk en toen ze een concert met het Rotterdams Filharmonisch moest afzeggen vanwege een mazelenbesmetting van beide dochters, besloot ze haar zangcarrière vaarwel te zeggen en zich uitsluitend op het schrijven te concentreren.

Huis

Henriette verhuisde in 1961 met Eddy van een krap huurwoninkje aan de Achtergracht naar de Grensstraat. In het pandje dat ze achterlieten woonden voordat zij het betrokken Ed van der Elsken met Ata Kando en naderhand Johan van der Keuken. Van fotograaf naar fotograaf naar fotograaf…
Met moeite konden ze de aanschaf van het pand bekostigen, voor die tijd en in hun milieu was fl. 36.000 een enorm bedrag. Eddy kon bij opdrachtgever de Volkskrant een kleine hypotheek lospeuteren en Henriettes vader verstrekte een aanvullende lening. Het pand was verwaarloosd, de nodige verbouwing moest ook nog bekostigd worden. Het was er somber, alles was donkerbruin en de glas in loodwand in de serre liet nauwelijks licht door.
Met hulp van een klusjesman, tevens begrafenisondernemer, werd de keukenmuur doorgebroken, werd er getimmerd en geschilderd. Na vele lagen afgepeld behang kwam het originele, helaas gehavende leerbehang met Franse lelies tevoorschijn. Henriette viel voor de bijzondere plafonds, op de ‘lebensraum’ en de twee tuinen. Haar lievelingsplekje is dan ook het ontbijthoekje in de keuken, met uitzicht op de achtertuin.
Na de geboorte van hun dochters werd het benedenhuis te klein, en dankzij het vertrek van de huurders van tweehoog kon Eddy daar zijn studio inrichten.

Na zijn overlijden moest Eddy’s werk een goede plek krijgen. De studio stond helemaal tot aan het plafond volgestapeld met foto’s en boeken. Zijn archief kwam terecht in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, veel ander werk werd geveild en verkocht, maar evengoed staan er nog tientallen dozen met foto’s in alle hoeken en gaten van Henriettes achterkamer, werkkamers en zelfs slaapkamer.

Echtpaar Posthuma de Boer

Henriette en Eddy - Foto © Tessa Posthuma de Boer

Buurt

Henriette vertelt hoe de buurt meermalen van karakter veranderde. Als uitloper van de jodenbuurt woonden hier voor de oorlog de beter gesitueerden, zoals diamantairs die in de Diamantbeurs op het Weesperplein werkten en in de vele diamantfabrieken in de omgeving. De meeste joodse buurtbewoners overleefden het naziregime niet en de eens zo voorname Grensstraat werd na de oorlog een heel gewone burgermansstraat met sociale huurwoningen; de grote panden werden vanwege de woningnood opgesplitst in aparte woonetages. Ook kunstenaars en mensen met vrije beroepen, gelokt door de lage huizenprijzen, streken neer in de inmiddels verwaarloosde buurt. Een aantal van hen woont er nog altijd.

Tegenwoordig rijzen de huizenprijzen bij haar in de straat de pan uit en wonen er nu veel advocaten, consulenten en interim-managers, die wel het kapitaal hebben om de panden te kopen en grondig te verbouwen. Henriette voelt zich, na 60 jaar in de Grensstraat te hebben gewoond en ondanks de veranderingen toch nog steeds vertrouwd in haar huis, haar straatje en de buurt. Er woont ‘leuk volk’, ze heeft goed contact het hele rijtje buren.

Grote ergernis heeft Henriette over stadsreiniging. Sinds afgelopen winter is stadsreiniging niet meer langsgekomen in de straat met de vele bomen, er ligt inmiddels een enorme laag drab in de goot. En over de vuilophaal: Ze vroeg een tijdje geleden een vriend om de vuilnis voor haar in de afvalcontainer te gooien, ze was slecht ter been, had pas een nieuwe heup gekregen. Toen ze kort daarna een boete van €100 binnenkreeg, begreep ze dat haar vuilniszak naast de volle container was beland, in plaats van erin. Henriette protesteerde tegen de boete, maar de gemeenteambtenaar was onvermurwbaar, ondanks haar argumenten van haar immobiliteit en respectabele leeftijd. Ze wordt recalcitrant van zoveel onmenselijkheid, dat ze de neiging krijgt om haar afval gewoon recht voor haar deur op straat gooien.

De herinrichting van de Weesperzijde vond ze totaal onnodig, maar nu het klaar is, vindt ze het resultaat wel aardig. Ze rijdt met de auto wel - en zij is niet de enige - soms stiekem snel tegen de nieuwe, onhandige verkeersrichting in. Ze begrijpt verder helemaal niet, dat de gemeente aan de horeca exploitatie- en bouwvergunningen blijft geven, in een woonbuurt als de onze. Het Volkshotel veroorzaakt op het binnenterrein nog steeds veel geluidsoverlast. Anderzijds, ook vroeger was niet alles rozengeur en maneschijn. Er zat op het binnenterrein een vleesrokerij, die vreselijk stonk. En dan de herrie bij de Volkskrant, als ’s nachts vanuit ronkende vrachtwagens enorme papierrollen werden uitgeladen!

Vereniging

Henriette is al vele jaren lid van onze vereniging omdat ze zich natuurlijk om de buurt bekommerde. Ze zat begin 2000 ook in het bestuur. Maar met het ouder worden houdt het haar minder bezig en vindt ze dat de jonge garde het maar moet overnemen. En gelijk heeft ze.

Saskia van Gelder
Ernestine Stoop

September 2023