[6] Op bezoek bij......

Wie?
Fabrice Delhaise

Waar?
Weesperzijde

Sinds wanneer?
Vanaf 2000

Ons vermoeden wordt meteen bevestigd: Fabrice is van vaderskant van Belgische origine en zijn moeder is Française. Hij woont echter, na zijn geboorte in Parijs, al vanaf zijn tweede jaar in Nederland.
Zijn vader werkte voor Akzo, hetgeen het gezin naar achtereenvolgens naar Weert, Arnhem en Tokio voerde. Vanaf zijn 9e en tijdens de middelbare school was Hilversum zijn woonplaats.
Daarna begon ‘zijn eigen leven’: studeerde aan de HEAO in Rotterdam, moest vervolgens in België in dienst en werkte daarna in Breda en Brussel.
Japan speelt nog een bescheiden rol in zijn leven. Indertijd in Tokio zat hij 3 jaar op de Franse school, hij speelde op straat met Japanse vriendjes. De familie ging tijdens vakanties naar het platteland; hij herinnert zich de houten hutjes, hoe de mensen waren.
Een keer ging hij voor werk terug. Tokio was onherkenbaar veranderd, maar op weg tijdens een treinreis kwam hij op een bergstationnetje waar hij getroffen werd door de sfeer die exact dezelfde was als 25 jaar ervoor.

De aanleiding om afgelopen november op zijn 57ste al te stoppen met werken was zijn ernstig zieke vader, voor wie hij wilde gaan zorgen. Deze grote stap werd mede ingegeven doordat hij zich realiseerde dat hij zijn langste tijd had gehad in zijn drukke baan bij een Amerikaans chemiebedrijf, een van de grootste chloorproducenten ter wereld. Hij was er verantwoordelijk voor activiteiten in Europa en Midden-en Oost-Afrika.
Nadat zijn vader was overleden, trok hij 8 weken bij zijn moeder in om na een heupoperatie voor haar te zorgen. Nu is hij er nog 2/3 keer per week.

Hij is tevreden met zijn keuze om te stoppen met werken, hij heeft zelfs tijd over! Niemand zegt hem meer wat hij moet doen. Als hij zin heeft om te lanterfanten en te lummelen dan doet hij dat.
Hij houdt van varen, hij golft en leest graag.

Huis

Eind ‘99 verhuisde Fabrice van Brussel naar een tijdelijk huis aan de Haarlemmerstraat.
Hij kende Amsterdam een beetje, maar wilde rustig bekijken in welke buurt hij een huis zou kopen. Belangrijk was zijn wens om op het water uit te kijken.
Het werd de Weesperzijde.

Het huis is rond 1890 gebouwd als het voorname woonhuis van wat je nu een projectontwikkelaar zou noemen. Naast diens eigen huis bouwde hij vele andere monumentale panden aan de Weesperzijde.
Naderhand werd het woonhuis in afzonderlijke wooneenheden gesplitst. Fabrice’ verdieping op de tweede etage is met zorg ingericht, kleuren zijn nauwgezet op elkaar afgestemd. Moderne meubels en geërfd antiek zijn in rustige harmonie, Japanse prenten en een klassiek stilleven met zorg opgehangen, een Indiaas kleed ligt over de Le Corbusier chaise longue.

Lievelingsplek is liggend in deze chaise longue voor het raam, uitkijkend op de Weesperzijde, woonboten en Amstel.

Op tafel ligt het tijdschrift Vogels. Dit blijkt het verenigingsblad van de Noordwijkse vogelvereniging. Niet dat hij een vogelaar is, maar hij houdt wel van vogeltjes.
Hij golft veel in Noordwijk en zat daar een tijdje in de commissie Natuur en Milieu.
Zijn taak was de vogelstand bij te houden. Hiervoor had hij contacten met de plaatselijke vogelvereniging met wie hij ’s ochtends vroeg op pad ging om broedvogels te tellen.
Ook staart hij graag naar de enorme rode beuk in de achtertuin, waarin halsbandparkieten en spreeuwen huizen.

 

Buurt

Wat hem aantrok was ten eerste de Amstel, het uitzicht en het feit dat er geen overburen zijn. Daarnaast is de locatie ideaal, the best of both worlds: met de auto snel de stad uit en op de fiets of met de metro snel de stad in. Ook was het heel makkelijk parkeren.
Indertijd voelde het als net even buiten het centrum.
Het was een buurt met rauw randje, een gewone woonbuurt, een beetje rommelig, zoals de inmiddels verdwenen wasmachineboot aan de loswal. Met de verbouwing van het ene na het andere pand tot luxe appartementen werd deze rommeligheid ‘weggeyupt’.
Dus tsja, voor hem had de herinrichting van de Weesperzijde niet gehoeven, het lijkt nu wel een brochure voor een nieuwbouwproject. Ook al snapt hij wel dat het er allemaal iets mooier uitziet, misschien toch iets te gelikt met de strakke banken en design lantarenpalen.
Maar er zijn nog steeds niet genoeg fietsenrekken! Waarom alleen op de stoep, waarom niet ook aan de overkant van de weg, daar is ruimte genoeg.

We bediscussiëren het toekomstige eenrichtingsverkeer, hij betwijfelt de zin. Ze zeggen dat het voor de veiligheid was, maar er is nooit een dodelijk ongeluk geweest, de meeste auto’s rijden heel rustig. Wel geslaagd vindt hij de steentjes in het midden van de rijbaan: fietsers rijden niet meer 4-rijen dik naast elkaar, men fietst hierdoor iets meer op zijn eigen helft.
Fabrice stelt dat het verkleinen van het parkeervergunninggebied zou kunnen helpen tegen de verkeersdrukte. Mensen gaan volgens hem dan minder snel de auto gebruiken om een kilometer verderop binnen het vergunninggebied boodschappen te doen.

 

Vereniging Weesperzijdebuurt

Sinds hij van het bestaan van de vereniging hoorde is hij lid. Hij vindt dat je sowieso deze organisatie moet steunen. Maar ook voor hemzelf, om te horen wat er speelt. Hiervoor leest hij o.a. onze nieuwsbrief.
Zo heeft het nut van de vereniging zich dubbel en dwars bewezen toen de brandweerkazerne een immens jeugdhotel dreigde te worden. De naaste buren en ook de vereniging hebben zich daarvoor gezamenlijk ingezet. De buurt werd geïnformeerd en gemobiliseerd, massaal was men aanwezig op de rechtszittingen.
Als lobbyist voor de chemische industrie in Brussel heeft Fabrice van binnenuit gezien wat lobbyisme is en hoe nodig het is. Degenen die beslissingen nemen kunnen ook niet alles weten en zijn afhankelijk van buitenstaanders.
Precies zo op lokaal niveau: de beslissingnemers hier hebben ook input nodig, dus heb je vertegenwoordiging nodig, dus heb je een vereniging nodig.
Als lid van de kascommissie vervult Fabrice de bescheiden rol, zegt hij zelf, als controleur van de jaarcijfers.

Nog een leuk idee?

Fabrice is een van de 24 gelukkigen die met zijn boot een plekje heeft in de Weesperhaven. Wat als we tijdens een soort Open Botendag de boten openstellen voor de buurt en dan met 4/5 passagiers per boot in optocht uitvaren. Hij zal kijken of de vereniging van de Weesperhaven hiervoor voelt. Onze vereniging werkt er dan graag aan mee.

Heeft hij tenslotte nog iets toe te voegen of een vraag?

Hij spreekt de, achteraf gezien, bijna profetische woorden: ‘Ja, bijvoorbeeld, daar recht tegenover in die boom aan de overkant hangt een dode tak, die gaat een keer op een auto vallen, bij wie moet ik zijn om dit te melden?’
Ruim een week later vermorzelde de boom ernaast twee auto’s tijdens de recente zomerstorm.

Saskia van Gelder
Ernestine Stoop

Juni 2023