Op bezoek bij …
Wie: Helena Jiskrova.
Waar: Weesperzijde ter hoogte van de Ysbreeker
Sinds wanneer: Sinds 2011
Misschien heb je haar wel eens zien scharrelen, wroetend in die mooi begroeide wal in de groenstrook langs de Amstel. Helena neemt een groot deel van het onderhoud voor haar rekening en is er in het zomerseizoen bijna elke dag te vinden. Ze woont er aan de overkant. Haar gereedschap: een harkje, een schepje, een gekarteld keukenmes, sikkel en 2 lepeltjes.

Helena blijkt tijdens ons bezoek een belezen vrouw, uitstekend op de hoogte van wat er speelt in de wereld. Ze kiest haar woorden zorgvuldig en houdt duidelijk niet van prietpraat; met haar heldere, uitgesproken meningen en eruditie krijgt ons intense gesprek al snel een filosofisch, bespiegelend karakter.
Helena werd geboren in Praag en studeerde er architectuur. Tijdens haar studie voelde ze zich aangetrokken tot het Nederlandse rationalisme, een architect als Herman Hertzberger had haar belangstelling. Vandaar haar keuze voor stages in Nederland, eind jaren ‘60.
Ze was stagiair bij architect Bart van Kasteel in Amsterdam en was bij hem betrokken bij de verbouwing van het oude Burgerweeshuis tot Amsterdams Historisch Museum. Ook bij architecten Van den Broek en Bakema in Rotterdam had ze een fantastische leerperiode.
Later, in 1978, vroeg ze samen met man, ook architect, en 2 kinderen, politiek asiel aan in Nederland. Ze volgden de vele dissidenten, waaronder veel musici, artsen en specialisten, die sinds 1968 naar Nederland gevlucht waren. In Rotterdam bouwde het architectenpaar, ondanks veel tegenwerking van de Nederlandse overheid, hun levens weer op. Helena studeerde nogmaals af in Delft en naast haar eigen carrière werd ze ook docent aan architectuuropleidingen in o.a. Delft, Aken en Praag.
Toen Helena rond 2010 ernstig ziek werd besloot ze haar geliefde huis in Rotterdam te verlaten en haar kinderen en kleinkinderen te volgen naar Amsterdam, om dicht bij haar familie te wonen. De doodzieke oma knapte wonder boven wonder een beetje op en hier zit ze nu, energiek en wel, alweer bijna 15 jaar aan de Amstel.
Het pittoreske Amsterdam trok haar nooit: ‘Als je uit Praag komt, dan wil je niet weer in historische conserven gaan wonen’. Het moderne Rotterdam vond ze uitdagender. Haar uitzicht op de Amsteldijk, met de neogotische torentjes, is dan ook niet aan haar besteed.
Het is de architecte in Helena, die nu tegen ons spreekt. Ze kijkt naar steden vanuit de plattegronden en vanuit een historisch perspectief. Waarvoor is een stad gesticht en gebouwd?
Ze vindt Amsterdam, ondanks de geweldige gebouwen aan de grachten, geen woonstad.
De middeleeuwse kern, oorspronkelijk wel bewoond, is verloren gegaan aan prostitutie en geld. Er is slechts één belangrijk verblijfsgebied, de Dam, maar daar staat een paleis, het is vreemd genoeg (sinds 1808) geen stadhuis meer: ‘Een stadhuis met balkon is essentieel voor een stad’! Toen in 1964 een prijsvraag voor een nieuw stadhuis werd uitgeschreven pleitten Van den Broek en Bakema voor het herstel van het oude stadhuis aan de Dam, maar de koninklijke familie was niet van zins om ‘hun’ paleis terug te geven aan de stad. Een, volgens Helena en vele anderen, mislukt resultaat aan de Amstel als gevolg: ‘Verminkt door de copulatie met de Opera’.
Huis
De achterwand van de woonkamer wordt gedomineerd door een poster van een schilderij van Jawlenski, een indringend portret van diens frêle, ziekelijke neefje. En ernaast een monumentale zwart-wittekening van kunstenaar Axel van der Kraan, wiens werk nu ook in het H’ART museum hangt in de groepsexpositie ‘Happy Birthday Amsterdam’ ter gelegenheid van 750 jaar Amsterdam.
Eigenlijk heeft haar huis niet echt een favoriete plek. Hiervoor moet je een stukje lopen naar de voetgangersonderdoorgang van de Torontobrug: Op deze kathedraalachtige, sacrale plek is ze zielsgelukkig, vooral als de zon schijnt die de vlaktes breekt.

Nog iets anders: Op 5 juli 2023, tijdens een zomerstorm, viel een boom door de voorgevel bij haar naar binnen. Haar raam barstte, enorme scherven bleven in de gordijnen hangen. De gaten zitten er nog in. De brandweer haalde de boom snel weg, omdat die de straat blokkeerde. Het raam werd provisorisch afgeplakt en werd pas 3 maanden later vervangen….
De wal
Buurman Harald Schole is initiator van de wal. De gemeente stortte de aarde en verzorgde de beplanting: veel Zuid Europese planten, zoals lavendel en rozemarijn. Vervolgens werd er een half jaar later een prachtige, maar zieke iep gekapt. Weer een half jaar later werd er een nieuwe boom geplant. Na dat jaar waren alle nieuwe planten dood, was de boel een rommeltje en de wal terug bij af…. Helena heeft dan ook geen hoge pet op van de professionaliteit van de gemeentelijke groenvoorziening.
Helena beschouwt haar tuinieren als architectuur. ‘Het organiseren van materialen in de openbare ruimte: zand, water, planten’. Botanische kennis deed ze op tijdens haar studie. Harald betrok haar dan ook bij de nieuwe aanplant. Veel buurtgenoten hadden allerlei ideeën, met discussies over welke kleur bloemen, welke planten en waar ze geplant moesten worden. Maar weinig mensen waren bereid of hadden tijd om het arbeidsintensieve onderhoud te doen. Langzamerhand is ze, naast Harald en zijn partner Edith, van zijdelings betrokkene tot een van de vaste verzorgers geworden. Helena vindt het onderhoud noodzakelijk werk en doet het als verstrooiing. Dankbaar dat ze in de grond mag wroeten. ‘Mijn enige ambitie is dat de wal er vanzelfsprekend uitziet’. Tuinarchitect Piet Oudolf is een voorbeeld. ‘Ik ben niet voor bloemetjes, ik ben geen bloemetjesmevrouw en alsjeblieft geen bloembakken. Ik ben geen planter die voor veel geld bij Intratuin inkoopt’.

Helaas wordt er van alles uit de wal getrokken, dat doet haar veel verdriet. Maar…ondanks dat is het is haar dit jaar voor het eerst gelukt om ‘smoel’ te geven aan haar deel van de wal.

Tijdens het tuinieren voelt ze zich soms kwetsbaar en angstig door de grote loslopende honden, maar verder heeft ze ontzettend veel plezier in het kijken naar de langslopende mensen en krijgt ze positief commentaar van voorbijgangers. Ook de sporters vindt ze vermakelijk. ‘Dan lopen die mannetjes in hun korte broekjes, bezweet langs gerend om bij de Ysbreeker te stoppen voor een koffie’. En ze kan het niet laten om ze een beetje te plagen als ze bij de bankjes heel serieus staan te rekken en strekken.
Wel moet ze iets anders kwijt over haar gesprekken met Nederlanders. Ze ziet er heel Amsterdams uit, maar als ze haar mond opendoet schrikken de mensen. ‘Waar kom je vandaan?’ is tot haar ergernis vaak de eerste reactie. Voor expats, die helemaal geen Nederlands leren spreken, hebben Amsterdammers grote bewondering, maar voor haar, die prachtig Nederlands spreekt - maar wel met een Oost-Europees accent - voelt ze het dédain van rijke westerlingen voor die sneue Oostblokkers die achter het IJzeren Gordijn zijn opgegroeid, gebukt onder het communistische juk.
Ze ziet deze zelfgenoegzame houding als het gevolg van anticommunistische propaganda. En eerlijk gezegd staan Nederlanders ook niet bekend om hun tact en bescheidenheid in het geven van hun mening.
Helena kenschetst zichzelf als ‘Sceptisch en rationeel, en zeker geen optimist. Maar wel een heel vrolijk mens’. Laten we hopen dat ze ons ook nog heel lang vrolijk kan maken met haar mooie werk!
NOOT VAN DE SCHRIJVERS:
Initiator van de buurttuin/wal Harald Schole heeft, als vaste walbewoner, met Mieke van Iersel, woonbootbewoner, in een contract met de gemeente vastgelegd, dat ze verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de wal. Er staan zo’n 20 mensen in de buurttuinteam-mailinglist. Een aantal eerder betrokken bewoners verhuisde, maar onlangs heeft zich weer een nieuwe bewoner aangemeld.
Nog meer nieuwe actieve deelnemers zijn erg welkom, aan te melden bij Harald Schole: haraldschole@gmail.com
Deelname is gratis.
Saskia van Gelder
Ernestine Stoop
December 2024
