Op bezoek bij …
Wie: John en Marian
Waar: Blasiusstraat
Sinds wanneer: Sinds 1971
Al vijf minuten na binnenkomst bij John en Marian kun je niet anders dan concluderen dat we te maken hebt met mensen die geïnteresseerd zijn in ongeveer ALLES! Kastplanken en dozen vol boeken, stapels van jaargangen tijdschriften, aan de wanden, op tafels en op de grond: kunstgeschiedenis, architectuur, geografie, paleontologie, archeologie, politiek, koken, natuur, tuinieren…
Daar waar je geen boeken ziet is de uitstalling van John’s andere grote hobby te vinden: honderden zelf opgegraven fossielen en stenen, overal waar je kijkt, ook in het pronkstuk van de huiskamer, de 19eeeuwse vitrinekast en zelfs onder het glazen blad van de salontafel.
En dan hebben we alleen nog maar een blik geworpen op de onderste etage van de twee die ze bewonen.
Marian verzucht dat ze verzamelaars zijn en dat het hoog tijd wordt om te ontspullen.
Tijdens de koffie met appeltaart van Hartog doet het echtpaar hun verhaal.
Marian werkte als klinisch psycholoog/psychotherapeut met o.a praktijk aan huis en John werd sociaal geograaf bij het Ministerie van CRM en later bij de Provincie Zuid-Holland.
Daar bestudeerde hij het vrijetijdsgedrag van Nederlanders en de relatie tussen recreatie en natuur. De planologische conclusies dienden om genoeg ruimte te reserveren voor recreatie in de natuur en de stad.
Huis
Begin jaren ’70.
Marian studeerde nog en John was net klaar. Het jonge paar zocht een koopwoning; wachten op een sociale huurwoning duurde toentertijd acht jaar. Ze vonden voor Fl. 50.000 een pandje aan de Prinsengracht, met uitzicht op de Westertoren. Maar het had piepkleine ruimtes en veel trappen. In verband met hun kinderwens een onhandige indeling, dus zochten ze verder. De makelaar zei: ‘Ik heb ook nog wel een pandje in de Blasiusstraat, maar dat is wel een volksbuurt’.
Desondanks kochten ze het huis. Ze konden er zo in, want de vorige eigenaar had de door brand onbewoonbaar verklaarde woning helemaal opgeknapt. En het had een tuin, heerlijk!
Toen hun straat rond 1880 werd gebouwd keek je aan de zuid- en oostkant nog uit over de polder. De straat was onderdeel van de Jodenbuurt, er woonden veelal kleine middenstanders, marktkooplui en ambachtslieden: aan de Amstel het sjiekere deel, richting Oost de arme kant.
Blasiusstraat omstreeks 1900
Tijdens de 2e Wereldoorlog veranderde de buurt dramatisch. Uit de hele Blasiusstraat, weten John en Marian te vertellen, verdwenen 1400 Joden en alleen al uit hun huis werden alle 15 Joodse bewoners naar concentratiekampen gedeporteerd. De mezoeza, die ze aantroffen op de deurpost op zolder is een laatste herinnering aan dit gruwelijk verleden.
Veel verlaten huizen raakten verwaarloosd en door houtroof tijdens de Hongerwinter stortte een aantal woningen in.
Buurt
John en Marian werden gewaarschuwd voor de Blasiusstraat: dat was een gevaarlijke buurt! Helemaal onterecht was dat niet. In de straat had je best wat (ex-)criminelen en scharrelaars.
Zo had je Bobby, van de garage met benzinepomp aan de overkant. Toen de Amstelbrug van 1983 tot 1986 door renovatie was afgesloten, raakte hij zijn klandizie voor de pomp kwijt. Het gerucht ging dat hij een beetje begon te helen. Hij bood John en Marian goedkope, illegale stookolie aan voor hun oliekachel. Ze weigerden.
Een bewoner aan de overkant met een schimmig handeltje in pornovideo’s had in zijn etalage een bordje staan: ‘Heren inbrekers, weest sportief en steelt niet van een ex-collega’.
Weer een andere man kwam in de straat wonen en het eerste wat hij deed was zijn ramen van kogelvrij glas voorzien. Desalniettemin werd er toch op geschoten.
Hun directe buren waren een weduwe met 3 kinderen, een alleenstaande weduwe, een trambestuurder met gezin, Marietje, ex-prostituée, een Marokkaans en een Turks gezin.
De meeste woningen waren huurwoningen met de oude indeling, die veel mensen kon herbergen: kamer-alkoof-kamer, in de alkoof plaats voor 2 stapelbedden. Koudwaterkraan en wc op de gang.
De buurt veranderde echter snel. Er kwamen gestudeerden en artistiekelingen wonen, mensen met een smalle beurs, die wel door de armoedige situatie heen de potentie van de wijk zagen. Het was vooral deze jongere generatie die zich ging inzetten voor behoud en herstel van de verpauperde buurt.
Toen Marian en John hier kwamen wonen, was de aanleg van de metro al in volle gang. De caissons van de metrobuis lagen nog boven de grond. Ze vormden een psychologische muur, waardoor Marian het eerste jaar helemaal niet aan de andere kant van de Wibautstraat kwam. Maar ook al eerder lag de Weesperzijdebuurt enigszins geïsoleerd van de rest van Oost.
Waar nu de Wibautstraat loopt, reden tot aan de oorlog de treinen richting Utrecht en ook de Gooise Stoomtram met op meerdere punten spoorwegovergangen en voetgangerstunnels.
Spoorwegovergang Overamstelstraat. Links de Weesperzijde
Voetgangerstunnel onder het spoor bij de Blasiusstraat
Aksie, Aksie, Aksie
De jaren ’70. De gemeente had grootse plannen met de buurt. De Wibautas moest vanaf de Nieuwmarkt een uitvalsweg worden, een boulevard met ‘allure’. Er was zelfs een plan om de Ceintuurbaan dwars door de huizen van de Blasiusstraat heen naar de Wibautstraat door te trekken.
Er was geen duidelijk bestemmingsplan, dus de gemeente wilde een groot deel van de woonwijk gewoon slopen. Wethouder Han Lammers, ‘de grote vijand’, deed er heel luchtig over.
Alle bewoners moesten ‘geamoveerd’ worden. Men had een soort La Défense voor ogen met kantoren, bedrijven en hotels in hoogbouw aan de Weesperzijde. Het Philips Pensioenfonds kocht panden op de hoek Weesperzijde/Eerste Oosterparkstraat om er een hotel van zo’n 20 verdiepingen te bouwen.
De buurt kwam in opstand. Het was een ruige tijd. In de Nieuwmarktbuurt kwam het tegelijkertijd tot de gewelddadige metrorellen. In onze buurt ging het er gematigder aan toe, met spandoeken tussen de gevels: ‘Afblijven van de buurt’ en protesten bij gemeente. Er werden allerlei actiecomités opgericht, die krantjes stencilden en mensen mobiliseerden.
De actievoerders Kees Conijn, Jos Holleman en Dick Oosterbaan boden met veel kennis van zaken geduchte tegenstand aan de gemeente door de archieven uit te spitten naar feiten: in het kadaster, het bestemmingsplan, wie zijn de huiseigenaren? Zo brachten ze ook de grootschalige speculatie door Engelse en Amerikaanse investeerders aan het licht.
De gemeente, inmiddels beducht geworden voor rellen, gaf geen toestemming voor het hotel.
De Eerste Oosterparkstaat was behoed voor afbraak.
De gemeente trok maar liefst Fl.1.000.000 uit voor inspraakrondes met de burgers over de stadsvernieuwing. John ontwierp samen met zoon Thijs, landschapsarchitect, een alternatief plan voor de Wibautstraat: de autoweg intunnelen boven op de metrobuis, met daarboven een verhoogd gebied voor park, sport en horeca. De gemeente: ‘Hartstikke interessant, maar we doen het niet’.
Ook al was het geen slecht idee om te vragen wat er in de buurt leefde, van de inbreng van bewoners kwam niet veel terecht. ‘Wij wilden dat het een stadsstraat zou blijven met een verbeterde verbinding met Oost.’ Maar misschien kun je achteraf zeggen dat de recente upgrade van de Wibautstraat een uitvloeisel is van onze inspraak indertijd. De huidige straat is toch wel een verbetering te noemen.
De jaren ’80. Naar een andere eis van de buurt werd uiteindelijk wel geluisterd: na 4 jaar hard vechten kreeg de buurt officieel een woonbestemming! Particulieren en wooncorporatie De Key durfden daardoor te beginnen met investeren in hoogwaardige renovatie van de buurt.
De buurtvereniging werd in 1991 opgericht. Frank Alsema was de eerste voorzitter.
De onderhandelingen met de ambtenaren over behoud, renovatie en inrichting van de openbare ruimtes werden serieuzer en soepeler, doordat onze leden hun huiswerk zo degelijk deden.
Zo zat John bij de vereniging in de werkgroep Bestemmingsplan en de werkgroep Wibautstraat. Ook voor andere burgerinitiatieven bleek deze overlegstructuur vruchtbaar voor onze buurt, tot op heden.
De Nieuwe Amstelbrug
De brug uit 1903 stond al jaren op instorten en dreigde te worden vervangen door een nieuw ontwerp. De buurt wilde de oude brug niet kwijt en Renée Stotijn, buurtbewoonster, heeft 3 jaar geknokt voor behoud van de brug. Zij ontdekte in de archieven dat het een vroeg werk van Berlage was. Van 1983-1986 werd de brug volledig afgebroken en met moderne materialen naar het oorspronkelijk ontwerp weer opgebouwd. Voor voetgangers was er zolang een pontje.
Het speelstraatje in de Swammerdamstraat
De jaren ’90. Op initiatief van de buurt werd een deel van de straat autovrij gemaakt.
Met Fl. 40.000 subsidie van de gemeente werden speeltoestellen aangeschaft en de inrichting gerealiseerd. Het straatje is niet zo heel lang geleden gerenoveerd en functioneert nog steeds.
2025
John en Marian zien de buurt ook nu weer veranderen. De huizenprijzen zijn enorm gestegen, huurhuizen zijn koophuizen geworden. De nieuwe bewoners zijn bemiddeld, de volksbuurt is niet meer. Volgens Marian gaat de stad te gronde aan gebrek aan betaalbare woningen voor de mensen die de stad levend moeten houden: mensen in de zorg, onderwijzers, de politie. Het behoud van betaalbare woningen en de initiatieven van particuliere wooncoöperaties zouden veel meer door de politiek ondersteund moeten worden. John vindt dat de levendige straat een stuk saaier is geworden door het verdwijnen van de vele kleine winkels. In de Blasiusstraat had je wel vijf garages, drie drogisten, een ‘Jantje van Alles’, een sigarenzaakje, een groenteman, de bakker, de melkzaak en een boekbinderij. Je kunt in dit stuk straat nog altijd zo’n 20 voormalig winkelpanden herkennen.
Vereniging
Al pratend komen we met een voorstel voor een nieuwe rubriek in onze nieuwsbrief: ‘Wat stond er deze maand in de straatapps?’
Er zijn inmiddels veel straten met een straatapp. In de Blasiusstraat heb je zelfs aparte apps: BlasiusVeiliger, waar ook de wijkagent inzit en een aparte app TegenOnderkeldering.
We weten vaak niet van elkaars bestaan. In de straten spelen veel dezelfde thema’s, zoals die plannen voor onderkeldering, veiligheid, inbraken, afval- en rattenoverlast. Maar ook: ‘Waar staat de bak voor tuinafval en wanneer is de straatbarbecue?’ of ‘Wie heeft er behoefte aan leuke stekjes?’
We zouden de mensen die de straatapps beheren kunnen vragen om de relevante informatie door te spelen aan de vereniging voor publicatie in de nieuwsbrief.
Saskia van Gelder
Ernestine Stoop
September 2025